Het monitoren van en praten over hoe een revalidant met een dwarslaesie denkt over de dwarslaesie, kan de resultaten van de revalidatie verbeteren, dat zegt Heleen Kuiper onderzoeker bij Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde Utrecht. Het is belangrijk om al aan het begin van het revalidatietraject te weten hoe iemand met een dwarslaesie denkt over de laesie. Welke klachten hij ervaart, welke emoties hij ervaart en of hij zich zorgen maakt. Want, naast het motorische gedeelte van de revalidatie met bijvoorbeeld ergo-, fysio- en sporttherapie, is de psychologische kant net zo belangrijk Deze gedachten over de dwarslaesie worden ook wel percepties genoemd.
Welke percepties hebben mensen bij opname en bij ontslag? Onderzoekers van het Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde Utrecht van De Hoogstraat Revalidatie hebben onderzoek gedaan om deze vragen te beantwoorden.
Hoe ervaart een revalidant de laesie voor en na de revalidatie?
In Nederland zijn er acht gespecialiseerde revalidatiecentra voor mensen met dwarslaesies. Heleen Kuiper: “In deze centra vullen revalidanten bij opname en ontslag vragenlijsten in, dit is de psychologische screening. Een van de vragenlijsten gaat over percepties. Deze percepties gaan onder andere over invloed van de dwarslaesie op het leven, de tijdsduur van de laesie (wel of niet permanent), het inschatten van de gevolgen van de laesie, persoonlijke controle, effect van de behandeling, klachten, bezorgdheid, begrip (over de dwarslaesie) en emoties ervaren.
Ervaren dreiging als revalidatiedoel
Het onderzoek liet zien dat er op groepsniveau op sommige vragen best hoog wordt gescoord. Deze hoge scores betekende dat revalidanten best veel dreiging ervaarden door hun dwarslaesie. “Dit betekent dat deze vragen reële knelpunten zichtbaar maken en dat het daarom goed is dat ze onderdeel zijn van de psychologische screening. De antwoorden op de vragen kunnen gebruikt worden om te praten over iemands persoonlijke percepties over de dwarslaesie”, legt Heleen uit.
Aan de hand van deze percepties kan een psycholoog bijvoorbeeld inschatten waar het gevoel van dreiging vandaan komt en of iemand behoefte heeft aan psychologische ondersteuning of aan meer informatie over de dwarslaesie. Heleen hierover: “Dit is belangrijk omdat percepties ook invloed hebben op hoe iemand omgaat met de dwarslaesie, en dat kan weer invloed hebben op de gezondheid. Dus als er in de revalidatie meer aandacht komt voor de perceptie, kan dat bijdragen aan betere gezondheidsuitkomsten.”
Hoe denkt u na lange tijd over uw dwarslaesie?
Mogelijk zet dit artikel u aan het denken. Wellicht kijkt u terug op de tijd dat u net uw dwarslaesie had en nu een paar jaar later realiseert u dat er toch veel mogelijk is. Maar ook andersom; had u uiteindelijk toch meer verwacht of maakt u zich zorgen. U kunt altijd contact opnemen met uw revalidatie-arts om dit te bespreken. Samen met de arts kunt u kijken hoe u zorgen aan kunt pakken.
Deelnemers aan het onderzoek
De vragen over percepties werden beantwoord door 270 mensen. Van deze groep is ongeveer 70 procent man, heeft ongeveer 80 procent een incomplete dwarslaesie en heeft iets meer dan de helft een verlamming van de benen.