Robert (37 jaar) verliest tijdens het klussen zijn linkerhand. Maar liefst 9 uur duurt de operatie om ‘m er weer aan te zetten. Óf hij zijn hand ooit weer kan gebruiken, weet de chirurg niet. Bij De Hoogstraat gaat hij samen met de behandelaars aan de slag om zijn hand weer te leren gebruiken. Robert: “Ik wilde zover mogelijk komen. Elk stapje vooruit motiveerde me om door te gaan.”
“Het moment dat mijn hand door de zolderkamer vloog, vergeet ik nooit meer. Het is nu een jaar geleden. Ik was een plank aan het zagen voor de afwerking van mijn dakkapel. Doordat er iets haperde aan de zaagmachine verloor ik mijn evenwicht en kwam mijn hand ertussen. Het ging zo snel. Mijn hand schoot eraf en het bloed spoot eruit. Met dichtgeknepen pols rende ik naar beneden. Gelukkig was mijn vriendin thuis. De telefonist van 112 zei dat we de hand meteen moesten koelen. In een plastic tas, tussen de diepvrieszakken frites, ging hij mee de ambulance in. Toen een van de artsen in de operatiezaal vroeg waar de hand was en ik naar de plastic tas wees, zei hij: “Nee, daar zie ik alleen zakken frites.” Haha, ondanks de vreselijke pijn kon ik toch nog lachen.”
Alles eruit halen
Een paar uur na de operatie, waarbij ze het bot, bloedvaten, spieren, pezen en zenuwen weer aan elkaar vastmaken, gaat het mis. Robert’s hand wordt dik en paars. “Mijn bloed werd niet voldoende afgevoerd, omdat er niet genoeg aders waren. Ik moest meteen weer onder het mes. Tijdens deze zes uur durende operatie haalden ze een ader uit mijn been en plaatste deze in mijn hand. Gelukkig kon ik snel daarna naar De Hoogstraat om poliklinisch te revalideren. De revalidatiearts, ergo- en fysiotherapeut waren meteen duidelijk. Hoever ik zou komen, wisten ze niet. Maar samen met mij gingen ze alles eruit halen wat mogelijk was.”
Praktisch
“Mijn doel was- en is nog steeds om weer te kunnen typen, omdat ik voor het ongeluk als systeembeheerder in de ICT werkte. In het begin deed mijn hand niks en voelde ik ‘m niet. Hij was stijf. Ik moest ‘m soepel houden en rekken en strekken. De balletjes en de klei waarmee ik oefende bij De Hoogstraat, kocht ik ook voor thuis om daar hetzelfde te doen.” De ergotherapeut leerde me praktische dingen, zoals: niet meteen met je hand onder de kraan, maar eerst met mijn goeie hand voelen of het water niet te heet is. En met één hand de rits van mijn jas dichtdoen, afdrogen en mezelf wassen. Als een hand het niet meer doet, besef je pas hoe vaak je ze allebei nodig hebt.”
Stap vooruit
Robert’s herstel gaat langzaam. “Het frustreerde me niet en dat doet het nog steeds niet. Ik dacht: “Ik heb geen invloed op de situatie, maar wel op hoe ver ik ermee kan komen”. Elke vooruitgang, hoe minimaal ook, motiveerde mij om door te gaan. Als iets weer lukte, bijvoorbeeld een vinger een klein stukje bewegen, dan kreeg ik meteen weer nieuwe oefeningen. Zo ook met mijn spalkjes die ik sinds het begin van de revalidatiebehandeling draag. Afhankelijk van hoe ver ik ben en wat ik wel- of niet kan bewegen of strekken, worden ze aangepast. De fysio- en ergotherapeut hebben nauw overleg en weten precies in welke fase ik zit. Sinds een maand kan ik mijn duim weer bewegen. Voor mij is dat is een enorme stap vooruit. Ik heb er maanden naartoe gewerkt. Iets vastpakken lukt veel beter nu.”
Samenwerken
“Ik ben blij met de samenwerking met mijn behandelaars. Ze denken goed mee en hebben overal een oplossing voor. Toen ik bij het koken geen ui kon snijden, kreeg ik een plankje met spijkers waarop ik de ui kon vastprikken.
Voor de bediening van mijn computertoetsen, maakten ze een spalk met een typestokje, zodat ik met een vinger links kon typen. Nadat ik aangaf dat ik mijn aangedane hand thuis niet functioneel gebruikte, werd creatieve therapie aan mijn behandelprogramma toegevoegd. Ik leerde dingen te maken met mijn linkerhand. Ik kan er nu zelfs mee tekenen. De maatschappelijk werker hielp me met mijn werksituatie, omdat ik net voor het ongeluk mijn baan had opgezegd. Met mijn fysiotherapeut besprak ik, dat mijn hand in de vakantie soepeler aanvoelde door het zwemmen in warm water. Sindsdien oefen ik wekelijks in het warme water zwembad van De Hoogstraat.”
Vertrouwen
“Soms blijk ik al meer te kunnen dan ik weet. Laatst moest ik van de fysiotherapeut deksels van potjes opendraaien. Het verbaasde me dat het lukte. Voor de overgevoeligheid en stimulatie van de zenuwen in mijn hand oefen ik in een bak macaroni met knikkers. Ik moet dan de knikkers ertussen uit te pakken. Heel moeilijk. Maar soms heb ik niet eens door dat ik er al eentje vastheb. Tussen de therapieën door train ik in de oefenzaal. Het is belangrijk om ook mijn schouder en arm sterk te houden. Zo voorkom ik hopelijk overbelasting. Ik vertrouw erop dat ik straks weer kan werken. Daarvoor moet ik kunnen typen, maar dat gaat me lukken!”
Dit verhaal is gepubliceerd op 27 maart 2023