Lida, de vrouw van Johan: “Mijn man staat altijd aan, hij merkt alles op. Daarom was hij denk ik ook zo goed in zijn werk. Naast hoogleraar en docent aan de TU Delft was hij onder andere lange tijd verantwoordelijk voor de bouw van de laatste metro in Amsterdam; de Noord-Zuidlijn. Als we samen in hotels verbleven, zag hij dat de rubbers van de ramen los zaten, of de wc-rolhouder scheef hing. Dat moest dan natuurlijk ook meteen gemaakt worden.” Johan lachend: “Ja, altijd bezig hè! Jarenlang vloog ik de wereld over. Ik hield soms lezingen vlak nadat ik geland was. Wel of geen jetlag, dat deerde niet. Mijn lijf deed wat ik wilde, alles lukte. De herseninfarcten kreeg ik toen ik al enkele jaren met pensioen was. Ik had een rustig leven, heerlijk in de relaxstand. Althans, dat dacht ik.”
Stresskip
Als Johan na twee weken ziekenhuis bij De Hoogstraat komt, is hij doodziek en kan niks. “Ik kreeg sondevoeding, was kotsmisselijk, kon niet slikken, niet lopen en zitten. Omdat ik zo ziek was, wilden ze me eigenlijk meteen weer terugsturen naar het ziekenhuis. Je moet wel revalideerbaar zijn, anders kunnen ze niks met je. Gelukkig knapte ik op, zodat ik aan de slag kon. Ik wist dat revalideren hard werken is en doelen stellen. Daar was ik altijd goed in geweest, dus dat zou ik hier ook wel even gaan doen. Maar zo werkte het niet. Bij de fysiotherapeut bleef ik maar vallen als ik op de loopbrug stappen probeerde te zetten. Bij de logopediste lukte het slikken niet, ik was zo bang om me te verslikken. Het frustreerde enorm dat ik niet vooruit ging. Ik was doodmoe. De behandelaars constateerden dat mijn lijf strak stond van de spanning. Zonder dat ik het wist bleek ik een enorme stresskip te zijn. Een behandelaar zei lachend dat het leek alsof ik een ‘1000 watt fabriekje’ in mijn hoofd had.”
Ontspannen
Johan’s behandelteam besluit eerst de aandacht op het ontspannen te richten. “Ik leerde dat mijn hoofd en lichaam moesten samenwerken als ik verder wilde komen. Denken kon ik als de beste, maar mijn lijf voelen, ho maar. Daarvoor kreeg ik ademhalings- en mindfulnessoefeningen, waardoor ik van binnen rustiger werd. Vanaf dat moment startte elke behandeling eerst met een paar minuten ontspannen. Logopedie, fysio-, sport-, ergotherapie, psychologie, overal hetzelfde liedje. Langzaam leerde ik mijn lijf te voelen en signalen te herkennen. De gejaagdheid, maar ook als het rustiger werd door de ademhalingsoefeningen. Bij creatieve therapie hielp het tekenen ter ontspanning. Zwemmen in het warme waterbad werkte ook goed. Daar zette ik mijn eerste stappen. Ik kreeg weer vertrouwen in mijn lijf.”
Gemalen appeltaart
Door de rust en het vertrouwen in zijn lichaam durft Johan ook weer te slikken. “Mijn eerste hap vergeet ik nooit meer. Ik had maandenlang alleen maar sondevoeding gehad. De logopedist nam appeltaart mee, dat ze voor mij had gemalen. En er was vla. Het smaakte als ‘Goden voedsel’. Toen de sonde eruit mocht, kon ik thuis poliklinisch verder revalideren. Ik vond het spannend en was bang dat ik nog meer zou afvallen. Sinds mijn opname was ik vijftien kilo kwijtgeraakt. De logopedist stelde me gerust. Gewoon blijven oefenen, dan zou het slikken vanzelf beter gaan. In het begin viel ik zelfs nog meer af, maar dat hoorde er allemaal bij. Ik heb geluk met Lida. Zij kookt heerlijk en stak veel energie in mijn gemalen maaltijden.” Lida: “Kees van de voedingsdienst hielp me daarbij. Hij was betrokken en gaf me nuttige tips en recepten. Eiwitten waren belangrijk, omdat Johan moest aansterken. Ik maakte smoothies met kwark, visgerechten, maaltijdsoepen met linzen en bonen. Volwaardige voeding; gemalen én smakelijk.”