“Als klein meisje kwam ik al bij De Hoogstraat. Ik ben geboren zonder benen en zonder linkerarm. Mijn ouders waren via een revalidatiearts in Friesland, waar ik woonde, doorverwezen naar het kinderteam met aangeboren hand-/armproblemen van De Hoogstraat. Vanaf dat moment kwam ik daar één keer per jaar. Ik herinner me nog dat ik een aangepast fietszitje kreeg en een aangepaste blokfluit. Ze hebben vast veel meer gedaan, maar het is zo lang geleden. Ik vond het vooral leuk om één keer per jaar samen met mijn ouders op pad te gaan zonder mijn broertje en zusje. Na het bezoek aan De Hoogstraat gingen we altijd met z’n drietjes uiteten. Dat was het hoogtepunt van de dag.
Enorme drive
Rond mijn veertiende wilde ik niet meer naar De Hoogstraat. Ik vond het niet meer nodig. Dat zie je vaak bij kinderen met aangeboren hand-/armproblematiek. Ze hebben geleerd zichzelf goed te redden met één hand en dat ze niet anders zijn dan kinderen zonder beperking. Dat is ook goed, want die instelling brengt je ver. Dat was bij mij ook zo. Ik had een enorme drive ontwikkeld om maar te laten zien dat ik hetzelfde kon als anderen zonder beperking. En als je maar lang genoeg je lijf asymmetrisch belast, ontwikkel je vanzelf klachten. Vaak merk je dat pas na je twintigste, want een jong lichaam heeft veel herstelvermogen. Eigenlijk is het topsport wat je doet. Ik was eind dertig toen ik last kreeg van schouder- en nekklachten. Ik had een drukke baan als maatschappelijk werker, tilde dagelijks mijn rolstoel in- en uit mijn auto en bestierde een huishouden.
Alles onder één dak
Met mijn klachten ging ik naar De Hoogstraat. De revalidatiearts stelde meteen de juiste vragen. Over pijn bij bepaalde handelingen, mijn vermoeidheid, hoe ik mijn werk deed. Kwartjes vielen op hun plek. Al snel werd duidelijk dat het goed was om breder te kijken. De behandelaars plantte zaadjes door me te laten zien wat er mogelijk was. Niks hoefde en alles op mijn tempo, dat voelde goed. Het unieke van dit team is dat alle expertise onder één dak zit. Heel efficiënt ook. Zo oefende ik met de ergotherapeut eten met aangepast bestek, dat de revalidatietechnicus binnen een kwartier voor mij op maat had gemaakt. Voor het eerst in mijn leven kon ik ineens met mes en vork eten in plaats van steeds te wisselen. Ik zat veel rustiger aan tafel. Zo waren er nog veel meer aanpassingen waardoor dingen makkelijker werden en mijn klachten en vermoeidheid verminderden.