‘De Hoogstraat houdt een bijzonder plekje in mijn hart.’

In januari 2018 kreeg ik twee series van twee herseninfarcten. Twee thuis in de keuken en twee later in het ziekenhuis. Ik stond op zaterdagochtend koffie te zetten en werd opeens draaierig, misselijk en kon niet meer rechtop staan. De ambulancebroeders die even later arriveerden, dachten aanvankelijk dat er iets mis moest zijn met mijn evenwichtsorgaan. Want iemand die zo jong is – ik was 34 – hoort geen beroerte te krijgen. Tot ik op een gegeven moment merkte dat ik mijn linkerarm niet meer kon bewegen. Toen was het duidelijk en namen ze me mee naar de spoedeisende hulp.

Na twee weken in het ziekenhuis mocht ik gaan revalideren in De Hoogstraat. Ik moest alles opnieuw leren – lopen, praten, m’n arm gebruiken. En ik ben linkshandig, dus m’n goede arm was aangedaan. Met rechts dingen doen, zoals eten en tandenpoetsen, had ik nooit geleerd. Maar het was ook geen optie. In De Hoogstraat stonden ze erop dat ik zoveel mogelijk met links oefende. Meteen bij aankomst op de kamer stond de tafel met spullen zoals kopjes links van mijn bed, zodat ik wel moest. De toon was gezet.

Topsport

Frustrerend was hoe moeilijk alles ging. Moeilijk uit m’n woorden komen, steeds vergeten wat ik ook alweer aan het doen was en ik zou niet weten hoe vaak ik verdwaalde in de gangen. En omdat ik aan de linkerkant niks zag, stootte ik in de eerste dagen ontelbaar vaak m’n hoofd. Tijdens het lopen moest ik steeds naar links kijken, anders liep ik anderen omver, of zij mij. Dat was eng, maar na een tijdje wende ik eraan.

Frustrerend was ook de moeite die de eenvoudigste taken opeens kostten en de hoofdpijn en moeheid van het overprikkeld zijn. Soms kon ik het niet laten die frustratie af te reageren op mensen die net op het verkeerde moment op de verkeerde plaats waren. Alsnog sorry daarvoor, haha! Maar tijdens het revalideren heb ik ook de kracht ervaren van positieve woorden en aanmoediging. Een simpel ‘goed bezig!’ kan het verschil maken tussen opgeven en succes, als je iets aan het doen bent dat heel veel moeite kost. En voor je het weet lukt er weer iets dat onmogelijk leek, hoewel het ooit zo vanzelfsprekend was. Na een tijdje kreeg ik steeds meer zelfvertrouwen en nam ik dat positieve over. Ik begon spontaan anderen aan te moedigen.

‘Revalidatie is topsport’, kreeg ik vaak te horen. En toen het weer wat beter met me ging, ging ik ook in letterlijke zin veel sporten. Eerst veel baantjes in het zwembad, later vele uren op de hometrainer en op zaterdagmorgen in de fitnessruimte. Ik had sporten nooit leuk gevonden (ik was meer van het kijken), maar nu genoot ik er opeens van. Spieren die doen wat je wilt, twee benen waarmee je kunt lopen, voelen dat je sterker wordt. Wat een genot! Na ontslag heb ik me direct aangemeld bij een sportschool en een jaar later heb ik voor het eerst in m’n leven tien kilometer hardgelopen.

Hoogtepunten

Een goede relatie had ik met de geweldige ergotherapeut Marike. Haar goede, praktische adviezen maar ook haar eerlijkheid als iets geen goed idee was, hebben me heel erg geholpen om mijn zelfredzaamheid terug te krijgen die me zo dierbaar was en die helemaal zoek was. Behalve de fysieke vaardigheden gaf ze me ook het vertrouwen in mezelf terug dat nodig was voor mijn herstel. Een hoogtepunt was het huisbezoek. Ik straalde van plezier toen ik onder haar begeleiding voor het eerst weer in mijn eigen appartement was. Opeens viel het me op hoe stijl de trap was. Maar het lukte me toch.

Andere hoogtepunten waren het contact met de weinige leeftijdsgenoten, al waren de gesprekken soms zwaar. En de wekelijkse kroketten dag op vrijdag in het restaurant.

Reizen

Na een paar maanden adviseerde Marike zelfs om op reis te gaan naar Parijs. Dat had een vriend van me bedacht. Ik was toen al ontslagen uit De Hoogstraat maar moest thuis verder oefenen met prikkels en bijvoorbeeld het verkeer. In het begin was ik bang om de straat over te steken, maar het was volgens haar een goed idee om juist een drukke stad op te zoeken.

Voor mijn herseninfarct was reizen een van mijn grote passies. Dat voorjaar zou ik eigenlijk met twee vrienden op reis gaan met de Trans Mongolische spoorlijn. Dat was misschien nog iets te veel van het goede. Die reis heb ik het jaar na mijn herseninfarct alsnog gemaakt. Zelden zo genoten. Ik heb denk ik wel tien keer aan mijn vrienden verteld hoe bijzonder het voor mij was dat dit gewoon weer kon.

Dankbaarheid

Het gaat nu, vijf jaar later heel goed met me. Ik werk weer volledig, sport veel, heb een relatie en een actief sociaal leven. En ik reis nog steeds veel (als er geen pandemie heerst). Aan de linkerkant ben ik ongeveer één derde van mijn gezichtsveld kwijt. Waarschijnlijk is dat blijvend, maar dat is de enige schade die gebleven is. Ik heb er goed mee leren omgaan en het hindert me in mijn dagelijks leven nauwelijks.

Dat had heel goed anders kunnen zijn. Ik heb hard gewerkt, maar ook veel geluk gehad. De Hoogstraat houdt een bijzonder plekje in mijn hart. Ik ga er regelmatig even langs, loop een rondje door de gangen waarbij mijn herinneringen de vrije loop krijgen, en eet een broodje kroket in het restaurant. Nog nooit heeft iemand gevraagd wat die vreemde man komt doen die in z’n eentje door het gebouw loopt te zwerven. Ik zie dat maar als een teken van gastvrijheid. Uit dankbaarheid voor de goede zorg die ik in die tijd heb gekregen, ben ik bewust en onbewust altijd op zoek naar iets dat ik voor ze kan doen. Zoals het schrijven van dit verhaal.

Jaap met zijn nichtje

Jaap met ergotherapeut Marike tijdens een huisbezoek

Dit verhaal is gepubliceerd op 27 maart 2023