“Bij De Hoogstraat word je hebberig”

Dineke (61) raakt vorig jaar linkszijdig verlamd na een hersenbloeding. Bij De Hoogstraat leert ze weer voor zichzelf te zorgen. ‘Zonder overdrijven, vijfenzeventig procent van wat ik nu weer kan, heb ik bij De Hoogstraat geleerd.’

‘Pas vijf maanden na mijn hersenbloeding kwam ik bij De Hoogstraat terecht. Na het ziekenhuis werd ik doorverwezen naar een zorgcentrum om aan te sterken en langzaam op te krabbelen. Ik was op dat moment te slecht voor een zware revalidatiebehandeling. Ik kon bijna niks. Mijn man Jan zag het somber in, want in één klap stort toch je hele leven in elkaar en vooral ook je toekomstplannen. Onze droom om na ons pensioen met een camper te gaan rondreizen was voorgoed voorbij. Zelf ben ik positiever ingesteld. Ik dacht: ‘Ik leef nog en als dit het is, moet ik het hier maar mee doen!’

Toen ik na een paar maanden thuis kwam, was ik afhankelijk van de thuiszorg en van Jan. Ik kon met de vierpoot een beetje door het huis schuifelen, maar eigenlijk zat ik vooral hele dagen op de bank. En dan te bedenken dat ik kort daarvoor nog vijf dagen in de week als schoonmaakster werkte en altijd druk in de weer was.

Eerst proberen

Omdat mijn linkerbeen erg trilde werd ik doorgestuurd naar De Hoogstraat. Ik kreeg botoxspuiten. Daarna was ik zo angstig, ik durfde er niet meer op te staan, omdat ik bang was om te vallen. De fysiotherapeut werd erbij gehaald. Toen ging het snel.

Ze vroeg wat ik wilde. Dat wist ik wel: zelfstandig kunnen lopen, of met een kruk of stok, in ieder geval zonder die vierpoot. Daarvoor ging ik dat been trainen, zodat ik meer kracht kreeg. Later oefenden we bij de brug door mijn been zakken en weer omhoog. De fysiotherapeut moedigde me net zo lang aan totdat ik het deed. Ze voelde gewoon dat er meer in me zat en wilde dat er uit krijgen. ‘Kan ik niet’ zeggen, accepteerde ze niet. Ik moest het eerst proberen, en dan nog een keer en nog een keer. Pas als het echt niet lukte, mocht ik zeggen dat ik het niet kon. Toen ik voor de eerste keer weer door mijn been durfde te zakken, heb ik een traantje weggepinkt.’

Aanmoediging

Ik ging twee keer per week naar De Hoogstraat voor therapie. Om mijn valangst te overwinnen, werd valtraining aan de behandeling toegevoegd. Ik bleek veel te zwaar om al dat gewicht mee te zeulen. Ik moest gaan sporten en naar de diëtist. Voor thuis kocht ik een hometrainer. Ik fiets nu elke avond 10 kilometer. Zwemmen stond ook op het programma: ‘Jullie zijn gek’, riep ik. ‘Met één arm zwemmen, hoe dan?’ ‘Gewoon zoals een hondje met één hand krabbelen’, zei de sporttherapeut. Met zijn aanmoediging lukte het me. Mijn enkel-voetorthese werd aangepast, waardoor ik beter kon lopen.

De fysiotherapeut haalde de ergotherapeut erbij, die verbaasd was toen ze hoorde dat ik niet zelfstandig kon douchen. Dat gold ook voor andere huishoudelijke taken. Ze leerde me handigheidjes, zoals voor het douchen alvast een handdoek op de rolstoelzitting leggen en een over de leuning. Als je dan gaat zitten, ben je daar al bijna droog. Ik douche nu altijd op een dag dat Jan thuis is. Hij zet de rolstoel klaar en ik doe zelf de rest. Samen met de ergotherapeut oefende ik koken, strijken en stofzuigen met één hand. Zij deed het voor, gaf tips en moedigde me aan. We trainden net zo lang totdat het lukte.’

Vertrouwen

Door het vertrouwen dat de therapeuten mij gaven, groeide het vertrouwen in mijn eigen lichaam weer. Ik nam dat ’s avonds ook mee naar huis. Ik dacht: ‘Als zij zeggen dat ik het kan, dan kan ik het ook. Steeds ging ik een stapje verder. Bij De Hoogstraat word je hebberig! Er is zoveel meer mogelijk dan je zelf denkt en weet. Kijk, een ballerina zal ik nooit worden, maar dat hoeft ook niet. En alles duurt misschien twee keer zo lang, dus ik neem overal de tijd voor. Soms lukt het ook niet, maar dan heb ik het eerst wel heel vaak geprobeerd. Bijvoorbeeld de haakjes van mijn bh, die krijg ik echt niet vast en mijn voetorthese zelf aantrekken, lukt ook niet. Verder red ik me heel goed en doe ik bijna alles zelf. Mijn behandeling is nu klaar. Maar ik weet als ik vragen heb, kan ik altijd bellen. Ramen zemen, onkruid wieden in de tuin en autorijden, staan nog op mijn wensenlijstje. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat die dingen mij ook gaan lukken. En dat campertje, dat kan er wat mij betreft straks gewoon komen hoor!’

Dit verhaal is gepubliceerd op 14 juni 2021